Verloren Parels


Alfred Schiettecatte

Alfred Schiettecatte is een in Vlaanderen ongekende novellen schrijver en dichter, uit de omgeving van Kortrijk. Meer weten we voorlopig niet over hem.

 

Hij moet rond de jaren '30 actief zijn geweest.

 

Anachronistisch lijkt zijn laatste verhalenbundel onmogelijk, gezien hij regelmatig refereert naar situaties en voorwerpen van vandaag.

Boeiend en verrassend. Visionair.

 

Bewaard gebleven is zijn gedichtenbundel 'Dichter bij God' waarvan wij langs deze weg een serie verloren parels zullen publiceren.


Een gedicht 

zal je hoogmoed niet genezen

al veel te ver van de moeder

en de ware Vader allang vergeten 

het karmageddon 

zal je wegvegen

van alle paden en literaire wegen

het is tijd voor een Angelus,

elke dichter vindt zijn klus.

Mijn gedicht zwicht

onder het gewicht van de woorden

Ik zwijg dus liever

dan te sterven als een kers

in mijn allerlaatste vers.


God reken+ af

soms traag soms rap

scheid+ +'koren van +'kaf


Jaloezie was mijn werelds geschenk

van elke judas en zijn stiekems gelink


Zonder Gods'Liefde

staat ge allen voor de dood

voortdurend in nood


Opgedragen aan alle miskende schrijvers in Vlaanderen:

 

Zelfverzekerde bloem

weggegooid in de grachten

van vergetelheid


4 balken maken nog geen bos.

3 bomen maken nog geen Bosco.

2 bo's nog geen Bosatsu.

1 contrabas nog geen Miroku!


Als de haan weer 3 x kan kraaien

is het teken dat hij windeieren kan leggen.


Zonder cultuur en kunst

is de ziel aan het sterven

het land in scherven


Mijn pen is te scherp

om stompe situaties

te illustr-eren.


De humeurigen

leven van hun frustraties

lege apathie


Zolang mijn pen schrijft

blijf ik de waarheid scheiden

van de valse schijn


Ik trek de mat op

verwittig de lafaarden

voor hun ego-val


Met poëzie kortwiek

Ik de voorbije zomers

ter Zijnere eer


Oh barmhartigheid

'k weet niet waar 't begint

bij ik, gij of wij


Lege pollepel

oude hoofdvlak met mosterd

met weinig verstand


Ik ben Vlaming

Jawel, ik hoef geen taalstrijd

ik win mijn pleidooi


Waarheid maakt vrijer

De leugenaar wordt nerveus

als de bel rinkelt


Gods'struikelsteen

breekt elke oppositieteen

hakt af wat schort

en tegen Zijn plannen mort


Twijfelaars missen

Essentie van het leven

De diepste waarheid


Pas op voor je vrouw (begrijpen als beschermen)                     Veillez sur votre femme

al wie met de bijl rondloopt                                                             Quiconque se promène avec la hache
wil slechts pijn en rouw                                                                     Ne veut que douleur et deuil

 


Ijdele adem

van een vergane glorie

stinkt ook tegenwind


Pauvre mais sincère

plus de luxe ou de confort

très loin de Saint Clair


Oh die roddelaars

leren hun ondeugd nooit af

behalve bij 't graf


Als iedereen dood is

het ei van Columbus(h)je

Is er niemand m-eer


Wie dan plots inziet

dat God des winters ook werkt

wordt wat w-akkerder


Sterven is

niet de ster erven

maar de herdersstaf bederven


Ook ik wou wel eens mijn gelijk

Nu zoek ik meer en meer mijn geluk

Wie mij dat heeft aan- of afgeleerd

zijn zij die voortdurend ongelukkig zijn .... met hun groot gelijk


De mensheid

voor iedereen een geit

Voor het mensdom

iedereen een beetje eigen-dom


Vrijheid is

werken zoals een bij

soms doodmoe, kapot,

maar altijd blij.

Gewoon voor een koning of koningin

de ware zin, in feite, van alle begin.


De hoogste verlichting

niet te gewichtig doen

met je ego-dieet.


De armoede wint

op de ideologie

van het medeleven.


Liefde ≠  geld

even uittesten....

zonder geld.


Nu is het 'nooit ooit'

echt eerder gebeurd als nu

Straks vergeet 'het'zelfs.


Waarom de Indianen geen kunstcritici hebben ....

Zij houden niet van gespleten tongen.


Hazen springen weg

wandeling in de boslucht

de vrijheid van toen.


Onder de linde

twee bekvechtende mussen

rond een stukje brood.


Er is diepe vreugde

als God Zijn haiku's neer schrijft

in duizend bloemen.


Onder de sparren

wippen de konijntjes weg

strandpret aan de zee.


Eeuwige haiku

drijvend boven tijd en stond

appel in de mond.


Dag goedemorgen

visbekjes snakken naar lucht

plons in het water.


In een tijd van goudzoekers

werd ik een God-zoeker en

ik vond het eeuwige goud!


Ik val voor bloemen

onder de stralende zon

ik wil ze zoenen


Men oogst wat men zaait

men zaait wat men geoogst heeft

Gods'wonderkoeien


Papegaai vrijheid

rozen in te strakke vaas

denkquisitie nijd


Tegenwind

 

Een leven lang tegenwind

vechten tegen granieten dwarsbalken

liefdeloos voorthuppelen langs het verschroeide gras

hijgend, kloppend op je borstbeen

tot de aderlating komt 

langs smalle spleetjes uit de nare ijdelheid

van allang verrotte eierstokken.

Als de waarheid niet lachend kan gezegd worden

is het misschien toch een leugen.

Niemand ontziet nog iemand.

Overlevingsdrang doet doden en bezoedelen

en onnodig veel zwaarden smeden.

 

Marie-José danst halfnaakt in het bos,

ze is haar bh's reeds zolang vergeten,

smekend om een bete brood

legt ze zich jammerend in het gras.

Als het onweer losbarst vallen ongeloofstenen uit de wolken.

Niemand merkt dat het spervuur alle daken zal verschroeien

bij de laatste ster adem ik een smeekgebed.

O Vader, laat die ongenade ophouden

Heb erbarmen want we gaan met z'n allen dood

Maar God zwijgt weerom

Hij heeft weleer genoeg gesproken.

 

(13/09)